Categorie archief: Uncategorized

Marianne Blok.

Gisteren hoorde ik op Radio 4 van het overlijden van de sopraan Marianne Blok. 80 jaar geworden. Zij was een schitterende ster aan het zangfirmament. Geboren uit Nederlandse vader en Chinees/Boliviaanse moeder. Klein van gestalte, een hemelse stem. Radio 4 liet een opname horen van haar vertolking van de Klokjes aria uit de opera Lakmé van Léon Delibes. Zij zong deze razend moeilijke coloratuur aria met het ontspannen gemak waarmee een merel zingt en legde daardoor alle nadruk op de inhoud van het lied..zorg en angst…

Ik heb haar vroeger op de Belgische en Nederlandse muziekzenders vaak gehoord in oude muziek, muziek uit de 15e eeuw en vroeger. En ook één keer live in het Vlaamse Sint Truiden, in het kader van de Belgische Basilica concerten. Het was een concert van religieuze oude muziek, Ockeghem, Josquin des Prés,uit die tijd, in het middeleeuwse kloosterkerkje dat opgenomen werd door de toenmalige BRT, nu VRT. Ook dartele wereldlijke liedjes. Buiten op het pleintje een enorme radio-wagen, binnen een wirwar van kabels. Er trad nog iemand op die ik kende van het befaamde Studio Laren van Marijke Ferguson, Donald de Marcas envan de reeksen over Oude Muziek van de BRT. Het was voor mij heel bijzonder om die bekende stemmen nu eens in het echt te horen en zien, en het was zo mooi dat ik betoverd raakte. Maar halverwege het programma stopte de uitvoering. Want er was een kink in een van de kabels gekomen waardoor er geen noot was ogenomen. Na enig beraad met de uitvoerenden werd besloten dat ze opnieuw zouden beginnen, helemaal van voren af aan. Ik zie de kleine Marianne Blok nog staan op haar verhoogde podium, zo fris en vriendelijk, alsof ze dat gewoon was, kinken in kabels.

Toen het applaus verstomd was en de kerk leegstroomde, ben ik even naar haar toegegaan. Ik raapte mijn moed bij elkaar en zei “U zingt als een merel, als een zanglijster, alsof het vanzelf gaat”. Een parelende lach was mijn beloning.

Ik weet niet hoelang ze nog is doorgegaan als zangpedagoog, maar ik denk dat ze haar in die wereld zullen missen.

Bets en Bella.

Bets en Bella, zijn nu drie jaar oud en leggen nog steeds eieren, niet iedere dag, maar samen verschaffen zij mij genoeg voor eigen behoeften en ik kan nog eens een kartonnetje uitdelen aan de buren.

Bets, de bijdehandste, is net weer eens heelhuids uit de rui gekomen, ze begint er weer normaal uit te zien, zonder veren en dons leek ze meer op op een schepsel uit het reptielenhuis dan op een ordentelijke kip. We waren blij dat ze niet in haar nakie de komende nachtvorst zou moeten trotseren.Het was maar één nachtje, die vorst, maar ik heb toch het buitenkraantje maar dichtgedraaid, en een stuk antivries gaas om de oleander gedraaid.En een tuinstoelkussen op het kippenhok gelegd.

Maar ik schrok toch wel even toen ik vanmorgen het hok openmaakte……….een warrel van donsveertjes kwam mij tegemoet, van Bella dus. Zo begint het, eerst verliezen ze alle donsveertjes en daarna vallen de pennen eruit, dan wordt het menens.

Kippen zijn taaie dieren maar als ze ruien wil ik ze eigenlijk een warm jasje aantrekken.

maar die bestaan alleen voor honden.

bruiloft op 4 mei.

“Wat zeg je mij nou”!  riep mijn moeder, “trouwen op 1 mei, dat kan niet hoor, 1 mei is de Dag van de Arbeid.”. Zij wam uit een rood nest en had in de dertiger jaren nog met de AJC om de meiboom gedanst. En op 3 mei kon ook niet, dan was ze jarig. Ze vond het al heel lankmoedig van zichzelf dat ze haar oudste dochter zou laten  vertrekken naar het verre Zuid-limburg, maar niet op haar verjaardag.

Nou 2 mei dan.  “Bitte nein”, telegrafeerde mijn duitse schoonmoeder, want op 2 mei was in dramatische omstandigheden in de tropen  haar eerste kind gestorven. 30 jaar geleden …..maar  de bittere herinnering bleef zij koesteren,, en bovendien was zij zelf op 2 mei jarig.

5 mei ging ook niet, want dan was in Amsterdam het gemeentehuis dicht. Dus werd het 4 mei.

In de namiddag  namen we trein naar Sittard, toen nog 5 uur rijden op houten bankjes.  We stonden op het perron  om precies 8 uur,  overvallen door de twee minuten stilte waar wij totaal niet aan hadden gedacht. Begeleid door een feestkoor van merelgezang liepen wij  het korte stuk naar  het restaurant aan de Rijksweg, waar mijn bruidegom het souper had gereserveerd, gebakken tong, met een visbestek, dat was helemaal nieuw voor mij. Dus als ik straks om 8 uur de merels hoor zingen ben ik weer helemaal terug in 1951.

En al die op transport gestelde  mensen en kinderen uit de Dapperbuurt, waar ik opgroeide? Daar denk ik altijd aan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ebola in Bavel

Er wordt in de media heel wat afgewauweld, maar soms zegt er iemand iets waarbij je denkt: verrek, dat is waar! Het was de journalist Frenk van der Linden, die vandaag op Radio 1 vertelde over een symposium,  eervorig jaar in Bavel, met als thema: “Ebola in Bavel”. Onder de sprekers was ene Marion Koopman, viroloog bij het Erasmus Medisch Centrum, die wij deze lente haast dagelijks op TV zien.

Onder de pakkende titel “Ebola in Bavel”  werd door diverse wetenschappers uitgelegd dat wij niet verbaasd moeten zijn als er binnen afzienbare tijd een uitbraak van een Covid virus over de wereld zou golven. En wat doen we dan? Het kwam erop neer dat Nederland beter is voorbereid op teroristische aanslagen  dan op een uitbraak van een nieuw virus. Het publiek reageerde lacherig en er was de dagen erna geen woord over te vinden in de pers. Onder het gehoor waren journalisten, maar die kregen hun stukje niet geplaatst. Er waren belangrijker zaken.

Van der Linden legde het op tafel in een gezelschap van journalisten en ze kwamen tot de conclusie dat er nu eenmaal op al die redacties vijf maal zoveel sportjournalisten werken als wetenschapsjournalisten.

Heb ik altijd al gedacht,  sport houdt ons dom, of althans onwetend, aangenaam onwetend.

 

 

 

 

besloten uitvaart.

Vanmiddag om 17 uur kunnen we online de besloten uitvaart meebeleven van mijn 87-jarige buurman Piet. http://www.liveuitzendingen.nl  74 E 95 FDD.

Hij  is bezweken aan de corona, die hij opdeed op een kaartavondje met mijn 83 jarige buurman Jef, die vorige week ook is gestorven. Jef zong in het kerkkoor dat op 15 maart zijn 50-jarig bestaan zou vieren met een mooi concert waaraan ook andere koren deelnamen. Ik had een kaart gekocht, maar het voelde niet goed, ik besloot thuis te blijven en later hoorde ik dat het concert was afgelast.Tot ieders verdriet, ze hadden er hard aan gewerkt, de generale repetitie was een groot succes geweest, maar het was te riskant.

Voordat buurman Jef wist dat het virus hem te pakken had, heeft hij nog een kaartje gelegd met zijn vriend, mijn  buurman Piet. Twee vriendelijke oude heren,  nooit verre vakanties gemaakt, nooit gevlogen, altijd gelukkig en tevreden in hun eigen mooie omgeving, zijn weggemaaid door een virus uit een ander werelddeel, dat door de razend- snelle communicatie van 2020  hun veilige dorp onveilig had gemaakt.

Nog een hint naar Jort Kelder: het waren allebei slanke niet-rokers.

 

 

Binnenzitten

Als je een ruim huis en tuin hebt kun je ontsnappen aan het gevoel van opgehokt zijn. Je kunt genieten van de zon, rondje lopen, wat vegen, hier en daar een sprietje afknippen, maar wat overheerst is toch de vreugde om de terugkerende natuur, er kruipt en vliegt en fladdert van alles, je hoort roepjes van koolmees en roodborst, en warempel, naast het diepblauw van het longkruid ontvouwen zich een paar gele tulpjes…. geel met oranje omzoomd.

Ik bedenk hoe beklemmend het nu  moet zijn als je opgesloten zit op een flatje in een versteende stadswijk.  En soms erger ik mij als er in de media voor de zoveelste keer tranen worden geplengd om die arme grootouders, die het zonder hun kleinkinderen moeten stellen.  Foto’s van opa en oma, zielig achter het glas, kijkend naar de kleuters die voor hun deur de stoep hebben volgetekend. Pietertje van zes kan al schrijven:  “I love you oma”, ook weer zo’n  mooie tranentrekker.

Ineens denk ik aan de jaren 43/45, aan de mensen die jarenlang in de onderduik hebben geleefd., zonder te weten of er ooit een eind aan zou komen. Altijd bang voor verraad, bang te hoesten of de wc door te trekken als de bewoners van huis waren, bevend van angst als er razzia’s waren, als er een militaire auto door de straat reed. Ik heb  een dame gekend die het overleefd heeft, ze was als 25-jarige in Brunssum ondergedoken bij een christelijk mijnwerksergezin. Toen Zuid-Limburg in september “45  bevrijd was kon ze voor het eerst weer naar buiten,  frisse lucht ademen, de zon voelen op haar huid, de wind in haar haren.

Maar in december 1944 opende generaal Von Rundstett het Ardennenoffensief en het zag er naar uit dat de Duitsers terug zouden komen.  Mijn zegsvrouw vertelde het mij op een wandeling op een heuvelkam langs de Ourthe, bij Comblain-la-Tour, waar een monument staat ter herinnering aan dat offensief. Ze bleef staan, strekte haar armen wijd uit en riep: “als ze terug waren gekomen  had ik gezegd, “hier ben ik,  neem mij maar mee, ik kan het niet nòg een keer aan”!

Het was voor het eerst ik haar erover heb horen praten.

Na de bevrijding konden deze overlevers  niet over hun gevoelens vertellen, met niemand..  “dat gezeur,  ze waren niet eens in Auschwitz geweest en in de Randstad hadden ze ook nog wel iets ergs meegemaakt, de hongerwinter.”

Die Corona moeten we maar rustig even uitzitten.

 

Bela Bartok

Kort geleden stond ik in de keuken prei te snijden voor de erwtensoep. Op mijn keukenradiootje klok duistere muziek,  Hertog Blauwbaard’s Burcht, opera van Bela Bartok, zelden uitgevoerd, maar dit was een heel mooie uitvoering, prachtig gezongen in het Hongaars. Taal en muziek versmolten  tot magistrale geluidskunst.

Djoeke riep vanuit de huiskamer dat ze het griezelige muziek vond. Djoeke is twee generaties jonger dan ik en opgegroeid met de Beetles en DoeMaar. Maar ze is wel ontvankelijk en kwam  naar de keuken om te vragen wat dat was, die enge muziek. “Het is een opera”, zei ik, “wèl  een Nederlandse uitvoering maar van een Hongaarse componist, Bela Bartok”.

“Echt waar?”  zei Djoeke ongelovig, “heet die man echt zo,?……..wat raar, de oom van mijn moeder had twee lieve grote  honden, de bruine heette Bela en de zwarte Bartok.”  Er volgde een verhaal over de leuke verrichtingen van die honden, maar de strenge schooljuf in mij was ontwaakt en ik legde uit dat Bela Bartok een belangrijke  figuur was in de westerse muziek, en dat hij in zijn jeugd, begin 20e eeuw,  Hongarije en Roemenie  had doorkruist om overal de dansen en liedjes van de boerenbevolking te registreren  met de toen pas ontwikkelde opname apparatuur van wasrollen. Met zijn vriend Zoltan Koday.  “Haha, dat zijn ook best  mooie hondenamen”., zei Djoeke”

Toen ik klaar was met mijn soepgroenten  zat ze met een diepe frons op de bank te zoeken op haar telefoon. “Ik heb het gevonden, die Bela Bartok, maar het is  erg veel informatie.” Dus zette ik de laptop aan en liet haar de Roemeense boerendansen horen, op de viool. En bruiloftsdansen uit Transsylvanie.  En u weet hoe een computer werkt, zo kwamen we vanzelf op de czardas, prachtige folklore met mooie mensen in mooie dracht, hoog opspringende mannen in geborduurde blouses, met stamplaarzen en een veer op hun boerenhoedje, sierlijk trippelende vrouwen, met witte kousen in korte laarsjes, in zwierend wijde rokken met kleurige randen…

Toen we ’s avonds tevreden achter onze soep zaten zei Djoeke peinzend…..wat gek eigenlijk, dat wij dat hier niet hebben, zulk dansen.

 

Zondebok zoeken.

Toen in de 14 eeuw de Zwarte Dood door Europa raasde en een kwart van de bevolking het loodje legde moest er een zondebok worden gezocht, niemand wist nog van rattenvlooien en bacteriën, dus zouden de Joden het wel op hun geweten hebben. Een latent anti-semitisme was altijd wel aanwezig en het was een koud kunstje om door marteling afgedwongen bekentenissen te krijgen. De kerk deed er ijverig aan mee. De Joden biechtten op dat zij van rabbi’s in Toledo zakjes gif kregen waar zij overal in Europa de waterbronnen moesten vergiften. Joodse gemeenschappen bleven vaak gespaard voor epidemieën, waarschijnlijk vanwege de hygiene die uit hun leefregels voortkwam. Maar dat was verdacht!

De angstige bevolking nam de Joden flink te grazen, bij honderdduizenden werden ze afgeslacht, verdronken,  vaak levend verbrand zoals 2000 Joden in Straatsburg, met als prettige bijkomstigheid dat de meute zich meester kon maken van hun bezittingen.  Bij iedere epidemie was het weer raak, de pogroms  betekenden het einde van de bloeiende Joodse gemeenschappen aan de Rijn, zodat de Joden en masse naar het oosten vluchtten, met name naar  Polen, waar zij beschermd werden door de toenmalige Poolse koningen en daar zelfs een status kregen.

De giftige haat die deze dagen door de sociale media in de richting van Mark Rutte wordt geventileerd is daar een slap aftreksel van. Onze Peroxyde Held  heeft hem al duizenden toekomstige doden in de schoenen geschoven.

Ook de mollah’s in Iran bakken ze bruin. “Corona is door de Amerikanen in Iran gebracht om het land te destabiliseren”. De allernieuwste aantijgingen komen uit China, er lopen geruchten dat het wel héél toevallig is dat het virus zich concentreerde in de stad Woehan,  dat zal daar wel zijn geënt  door Amerikaanse journalisten.

Men zou gaan denken dat Corona niet alleen de longen, maar van sommigen  ook de hersens aantast.

 

 

 

 

Boreaal handen schudden.

Wat een raar woord eigenlijk, vroeger gàf je iemand een hand, maar tegenwoordig moet je die hand schùdden. Zal wel komen door het oprukkende Engels…… shake hands. En die handdruk moet ferm zijn, niet slap of klam, mannen gaan wel eens  te ver en knijpen je hand tot moes. Maar dat is een teken van stoerheid, van karakter.

Het hoort bij onze identiteit. Ik herinner mij nog Rita Verdonk die voor de camera een achterlijke imam tegemoet trad met provocerend uitgestoken hand.  Baardmans weigerde die hand en dat was Rita’s bedoeling. De media smulden er van en er klonken  stemmen om het handenschudden in het Inburgeringsprogram op te nemen.

Ik heb er altijd een hekel aan gehad, vond het vies, vooral als dokters het doen. Die geven de hele dag handen, dat moeten ze tegenwoordig, om te laten zie dat zij ook maar gewone mensen zijn. Ik heb het eens vriendelijk geweigerd bij een specialist in het akademisch ziekenhuis, die dat heel begrijpelijk vond. Maandje later begroette een andere  dokter mij  met zijn hand voor de borst en zei vrolijk: “in uw dossier staat: geeft geen handen”.

Nu het niet meer mag vanwege het virus schijnt dat maatschappelijke beroering te veroorzaken. Men maakt  op TV en radio tuttige grapjes over groeten met elleboog of voet, terwijl het toch zo voor de hand ligt, vriendelijk knikken, of toch misschien even die hand voor de borst, een rustig hoffelijk gebaar. Zo doen mijn Koreaanse kennissen het ook, keurige lieden zijn dat.

Waar komt die handdruk in onze westerse cultuur eigenlijk vandaan? Denk even terug aan feodale tijden. Het was een begroeting met een achtergrond van agressie.Je moest altijd beducht zijn voor een doodklap met een zwaard of een dolksteek, al of niet in de rug. Dus netjes opgevoede ridders traden elkaar met geopende hand tegemoet om hun  goede bedoelingen te tonen, “ik doe niks, kijk maar, ik draag geen wapen”.

Dus van mij mag die gewoonte blijvend afgeschaft worden.En al dat zoenen hoeft van mij ook niet.

 

 

 

Stofbad

Beneden in het dal staat de Maas ongekend hoog, in onze straat blinken grote regenplassen en bij mij in de tuin klotst het water mij tegemoet. Mijn dorp ligt hoog op een Maasterras, dus het loopt allemaal snel weer weg, maar ojee, mijn arme kippen kunnen geen stofbadjes meer nemen. Bets en Bella zijn taaie tantes,ze hebben behalve hun veilige droge nachthok ook nog een afdak in een hoek van hun ren, maar als het even kan blijven ze rondscharrelen, soms laat ik ze uit de ren en dan krijgen ze de hele achtertuin tot hun beschikking. Het losse zand dat ik vorige week voor ze heb uitgestort is ook alweer doorweekt, dus daar kunnen ze niets mee.. Maar als het een paar dagen  niet regent ontstaat er toch weer een stukje droge bodem tussen de kornoeljes. Ze gaan dan dapper proberen om tussen de wortels van die struiken wat grond los te harken om zich in rond te wentelen, maar vandaag werd het helemaal niks.

Als het begint te duisteren zoeken ze uit zichzelf hun nachthok op en dat sluit dan ik af met een klep,  zodat ze veilig zijn voor de steenmarter.Ik was daar vanavond wat laat mee, het was al pikdonker. De ren ligt achterin de tuin,  en daar strompelde ik met in mijn ene hand dat klepje en de grote paraplu in de andere hand. Geen hand meer vrij voor de zaklantaarn. Soppend en glibberend op mijn clogs probeerde ik op de tast  de pen van de klep in het gat van het hok te steken…. wat een gedoe…… Maar het lukte.  Bets en Bella lieten zacht murmelend hun waardering blijken en ik wenste ze welterusten.

Het ei wordt duur betaald.